Darmkrampjes. Als je je in gaat lezen over baby’s, is dit de meest genoemde kwaal waar je als (toekomstige) ouder op wordt voorbereid. De boodschap is: elke baby heeft er last van. En dat is dan ook wel het meest gehoorde antwoord als je de darmkrampjes van je kind aan gaat kaarten bij bijvoorbeeld het consultatiebureau.
Dat is op zich natuurlijk helemaal terecht: darmkrampjes horen erbij en het is goed dat er niet zomaar en direct allerlei toeters en bellen uit de kast worden getrokken die niet nodig zijn.
Het goede nieuws is: er is best veel te doen aan die darmkrampjes. Er zijn namelijk een aantal oorzaken voor darmkrampjes die bij erg veel baby’s voor last zorgen en die niets te maken hebben met onderliggende problematiek. En daardoor ook goed te verhelpen zijn.
Hierbij een poging tot een overzicht daarvan:
Nog niet uitontwikkeld
De darmen van een jonge baby zijn nog niet volledig uitontwikkeld en zullen moeten gaan wennen aan het zelf verteren van voedsel. Ook als je alle onderstaande oorzaken voor krampjes wegneemt, zal je kindje dus last kunnen blijven houden. Houd dus voor ogen dat je je baby niet overal voor kunt behoeden en beschermen. Het is volstrekt natuurlijk dat jij als moeder of vader pijn en last bij je baby weg wilt nemen en je moet daarin ook zeker alles doen wat in je macht ligt. Maar de grenzen van die macht en jouw invloed op de gesteldheid van je baby, zijn altijd eindig.
Lucht in de darmpjes
Een van de meest belangrijke oorzaken voor darmkrampjes, is lucht. Lucht die je kleintje meekrijgt tijdens het drinken en met de voeding mee gaat de darmpjes in. Dat is een probleem dat zowel bij borstvoeding als bij kunstvoeding kan ontstaan. Bij het drinken aan de fles is de kans dat er lucht meekomt wel iets groter.
Dat is dan ook de reden dat het dus belangrijk is je baby goed te laten boeren na de voeding: die lucht komt alvast niet in de darmen terecht. Je baby goed rechtop houden na de voeding, helpt daarbij vaak voldoende. Soms is dat echter niet genoeg en lukt het je kleintje niet om goed te boeren. Je kunt je kindje dan helpen door van beneden naar boven over de rug te wrijven: daarmee help je de lucht omhoog.
Tijdens het voeden is het verder belangrijk de speen van de fles steeds gevuld te hebben met voeding. Let dus goed op hoe je de fles vasthoudt, want het voorkomt een hoop ellende.
Te snel drinken geeft ook vaak klachten. Je doet er dan goed aan om een kleinere speen op de fles te zetten, zodat je kindje niet meer zo snel kan drinken en langer over de voeding doet. De zuigbehoefte zal daarmee gelijk afnemen, omdat die al meer tijdens de voedingen bevredigd wordt.
Ook goed aan kunnen happen is erg belangrijk. Het komt soms erg nauw welke speen en welk merk bij je kindje past. Er is niet echt één merk te noemen dat altijd goed is en het kan even een zoektocht zijn voor je de fles en speen gevonden hebt die passen bij je kindje. Als de normale merken niet voldoen, worden de flessen van Dr Brown en de breastflow-fles wel veel genoemd als goede oplossingen.
Huilen
Je leest het goed: huilen zorgt ervoor dat je kindje lucht naar binnen hapt, die vervolgens weer zorgt voor darmkrampen, waardoor je kindje weer gaat huilen, lucht naar binnen hapt en opnieuw last krijgt van krampen. Het is dus zaak om die cirkel snel te doorbreken, omdat een huilende baby slechter zal slapen, vermoeid raakt en ook daardoor weer meer zal huilen, omdat het overprikkeld en zelfs oververmoeid raakt.
Kijk goed wat je kindje nodig heeft en ga onnodige prikkels uit de weg. Rust en regelmaat zijn aloude basics die niet voor niets aloude basics zijn. Voel je dus niet bezwaard als je uitnodigingen afzegt, omdat je het te druk vindt. Je kindje is net op de wereld en hoeft daar niet perse vanaf de start al voluit deel van uit te maken. En ook jijzelf mag tijd en rust voor jezelf nemen, want een bevalling en de start met een jonge baby vragen vaak veel van je. Durf dus grenzen te stellen!
Laat je kindje ook niet onnodig huilen. Dat kan betekenen dat je je kindje veel bij je moet hebben. Daar is niet elke jonge moeder op voorbereid en soms vinden we dat ook heel erg lastig: je wilt toch de handen vrij hebben ook en dingen kunnen doen in het huishouden, of met de oudere broertjes of zusjes.
Een jonge baby met mamahonger help je echter toch het beste door aan die mamahonger te voldoen. En uiteindelijk zijn jij en je gezin daar het meeste bij geholpen. Een goede draagdoek of draagzak kan enorm helpen. De keuze is groot en ook hierin is niet één merk of type te noemen dat voor elke ouder en baby geschikt is of goed werkt.
De afgelopen jaren is het aantal draagconsulenten in Nederland fors toegenomen. Zij hebben vaak meerdere draagdoeken en -zakken die je uit kunt proberen en kunnen je advies op maat geven over wat geschikt is voor jou en je kindje. En je kunt meteen leren hoe je zo’n doek of draagzak ook goed gebruikt.
Een sterke toeschietreflex
Geef je borstvoeding en merk je dat de toeschietreflex wel erg stevig is? Dan kan ook dit reden zijn dat je kindje veel lucht binnenkrijgt tijdens de voeding.
Je herkent dit doordat je kindje er echt tegen moet drinken, zich steeds verslikt of zelfs loslaat om op adem te komen. Het is dan ook verstandig om op dat moment even af te koppelen en te wachten tot de melk niet meer zo uit je borst spuit. Als de melkstroom weer rustig wordt, kan je kindje weer gewoon drinken en komt er minder lucht mee naar binnen.
Overproductie
Naast een sterke toeschietreflex kan ook overproductie een flink probleem zijn. Het klinkt misschien leuk, dat je voeding hebt voor een heel weeshuis, maar het is wel degelijk een probleem dat heel vervelend uit kan pakken. De melkstroom blijft dan, ook als je de toeschietreflex afgewacht hebt, erg sterk, waardoor je kindje dus lucht mee blijft happen tijdens de voeding. Ook hierbij zie je je kindje tegen de klippen op drinken, zich steeds verslikken of zelfs loslaten om op adem te komen.
De adviezen bij overproductie wisselen wat, maar het advies dat wel eenduidig gebracht wordt bij overproductie: laat je kindje slechts aan 1 borst drinken en biedt niet de andere borst nog aan. Ook alternatieve drinktechnieken kunnen helpen, zoals een verticale houding of je kindje liggend op jouw buik terwijl jij zelf op je rug ligt. De zwaartekracht helpt dan om de melkstroom beter te kunnen handelen.
Helpt dat niet, dan is het inschakelen van een lactatiekundige een verstandige keuze. Zij kan je helpen met een advies op maat, waarmee je de overproductie onder controle kunt krijgen en je kindje weer rustig kan drinken.
Spruw
Spruw is een infectie van het mondslijmvlies door een gist. Het geeft pijnklachten bij je baby en als je borstvoeding geeft, mogelijk ook bij jezelf. Je baby heeft meestal witte plekken in het mondje die niet weggeveegd kunnen worden en soms ontstaan er ook blaasjes. Het komt voor bij 4% van de baby’s jonger dan 6 weken en is daarmee dus een regelmatig voorkomend probleem.
Je kindje drinkt door de spruw onrustig en laat vaak los tijdens de voeding, om steeds weer opnieuw aan te happen. En daardoor hapt je kindje meteen ook een hoop lucht mee naar binnen. Een goede hygiëne is belangrijk bij spruw: houd alles goed schoon en kook spenen en flessen goed uit.
Soms is dat echter niet genoeg en is behandeling van de spruw noodzakelijk. Je huisarts kan je een middel voorschrijven, maar er worden ook goede resultaten gezien bij behandeling met gentiaan violet.
Helpen al deze dingen niet en blijft je kindje veel huilen? Dan is er misschien sprake van andere problemen, zoals een koemelkallergie. Daarover een volgende keer meer.
Hoe je de professional kunt duidelijk maken dat er meer aan de hand is, lees je in mijn eerste blog: eerste hulp bij huilbaby.
4 Comments